• by:
  • July 20th, 2023
  • Category: Zorg en welzijn, openbaar groen
Eerste resultaten plantenlaboratorium op Stadsbegraafplaats bekend

De stad Leuven startte in 2021 met een plantenlaboratorium op de Stadsbegraafplaats. Ze onderzoekt er welke boom- en plantensoorten het best gedijen in ons veranderende klimaat, want door de warmte- en droogteperiodes krijgen veel bomen en planten in de stad het moeilijk. Nu twee jaar later blijkt het plantenlabo een waardevolle testplaats en worden al enkele tendensen duidelijk. De bevindingen zullen helpen bij het groenbeheer in de hele stad.

De resultaten zijn dus niet zomaar te kopiëren naar andere locaties maar ze helpen wel de zoektocht vooruit.

Eerste resultaten plantenlaboratorium op Stadsbegraafplaats bekend

Eerste resultaten plantenlaboratorium op Stadsbegraafplaats bekend
De stad Leuven startte in 2021 met een plantenlaboratorium op de Stadsbegraafplaats. Ze onderzoekt er welke boom- en plantensoorten het best gedijen in ons veranderende klimaat, want door de warmte- en droogteperiodes krijgen veel bomen en planten in de stad het moeilijk. Nu twee jaar later blijkt het plantenlabo een waardevolle testplaats en worden al enkele tendensen duidelijk. De bevindingen zullen helpen bij het groenbeheer in de hele stad.

Leuven wil het groen in de stad beschermen tegen klimaatverandering. Veel bomen en planten hebben immers te lijden onder de toenemende hitte en droogte. Ook op de Stadsbegraafplaats zijn heel wat bomen er niet goed aan toe door watertekort, zonnebrand en doordat de bodem minder vitaal is geworden door het jarenlange gebruik van pesticiden in het verleden. Daarom startte de stad in 2021 een plantenlaboratorium op de Stadsbegraafplaats, waar ze experimenteert met een aangepast assortiment aan bomen en struiken die mogelijk beter bestand zijn tegen hittegolven en droge periodes.

Bijna 70 boom- en struiksoorten werden de voorbije twee jaar geëvalueerd en opgevolgd op vlak van hun vermogen om warmte en droogte te weerstaan. Naast een paar inheemse soorten werden er ook heel wat zuiderse soorten aangeplant, en zelfs een aantal mediterane planten zoals vijg en Albizia. Ook werden er alternatieve planttechnieken onderzocht om de weerbaarheid van de beplanting verder te vergroten. De juiste planttechniek kan planten immers een vliegende start geven.

Interessante resultaten
“Na twee jaar zien we de eerste, boeiende resultaten”, legt Bieke Verlinden, schepen van begraafplaatsen, uit. Van de 69 soorten die geplant werden, presteerden er maar liefst 44 goed tot zeer goed. Dat zijn bijvoorbeeld de uitheemse soorten Geelhout, Pecanoot, Montpellier Esdoorn, Netelboom, Olijfwilg of inheemse Ratelpopulier en Meelbes. Twintig soorten vertoonden neutrale resultaten en worden verder opgevolgd, terwijl vijf soorten tegenvallers waren. “Het experiment toont in de eerste plaats aan dat werken met levende organismen vol verrassingen zit, want sommige soorten die net bekend staan om hun droogte- en hittebestendigheid deden het gek genoeg niet zo goed. Uiteraard zijn er nog heel wat andere factoren die bepalen of planten het goed doen of niet, zoals het bodemtype, mineralen en de zuurtegraad in de bodem. De resultaten zijn dus niet zomaar te kopiëren naar andere locaties maar ze helpen wel de zoektocht vooruit.”

Het plantenlaboratorium onderzoekt ook alternatieve planttechnieken om de weerbaarheid van de beplanting te vergroten. Het gebruik van mulch, bestaande uit ruw organisch materiaal zoals het plantaardig afval van de begraafplaats zelf, bleek bijzonder effectief. Dit leidde tot een verbeterde afvalverwerking, verminderde arbeidsinspanning, bevordering van het bodemleven, vocht werd beter vastgehouden in de bodem en de bodemtemperatuur koelde af. Ook het beschut planten van nieuwe bomen tussen tijdelijke beplanting bleek effectief. Die tijdelijke beplanting bood de stammen en de bodem beschutting tegen de zon, waardoor de jonge bomen beter beschermd waren tegen de weersomstandigheden. “Op amper twee jaar tijd zijn heel wat van de nieuw aangeplante bomen sterk gegroeid. Ze doen het heel goed en hebben al een mooie kruin”, vertelt schepen Bieke Verlinden.

Eerste conclusies
In het plantenlaboratorium blijkt dat werken met niet-inheemse boomsoorten niet evident is. Zij zorgen slechts voor een eerder beperkte biodiversiteit. Het is dus essentieel om goed na te denken over de keuze van boomsoorten in stedelijke gebieden. Ook kan de manier van aanplanten interessant zijn. “Een beuk met een blote stam in kort gemaaid gras werkt bijvoorbeeld niet goed. Beplantingen die elkaar en de bodem beschermen tegen de zon, en die ruimte krijgen om te groeien, doen het stukken beter”, legt schepen Verlinden uit.

“We hebben gezien dat we met het veranderende klimaat anders moeten omgaan met onze bomen. Natuurlijk is de boomkeuze op zich belangrijk, maar we hebben ook geleerd dat de plaats, de grootte van de boom en de kwaliteit van de bodem heel bepalend zijn voor de overlevingskansen van de bomen”, zegt schepen van openbaar groen Lalynn Wadera. “Wat we hier op de Stadsbegraafplaats leren, nemen we mee naar het beheer van de duizenden andere bomen in de stad. Ook daar zoeken we, testen we, maken we bewuste boomkeuzes. We kunnen daarvoor terugvallen op veel eigen expertise en we wisselen ook veel ervaring uit met andere steden”, aldus schepen Wadera.

"Met het plantenlaboratorium op de Stadsbegraafplaats doen we waar Leuven voor staat: experimenteren en leren voor de toekomst. En dat niet alleen voor de begraafplaatsen en het openbaar groen, maar voor alle Leuvenaars en voor de vele andere steden die zich ook klaar willen maken voor een warmere en drogere toekomst. Want wat we hier leren, kan je ook toepassen in het bredere openbare domein – en zelfs in jouw privétuin", besluiten schepenen Verlinden en Wadera.

Wie meer te weten wil komen over het boeiende groenverhaal van de Stadsbegraafplaats, kan zich inschrijven voor een rondleiding in september via https://leuven.be/rondleiding-stadsbegraafplaats.